Erwin Röslin

Erwin Röslin is het pseudoniem voor Adolf Wurmbach.  In 1907 publiceerde hij zijn eerste gedichten. Als soldaat schreef hij onder deze naam propagandagedichten voor de Liller Kriegszeitung die in 1919 werden gepubliceerd in de bundel Blumen im Brachland en waarvan er twee (Der letzte Abschied, Reiterlied) in datzelfde jaar werden opgenomen in een chauvinistisch-monarchistisch oorlogsherdenkingsboek.

Ook “Langemark 1917” is zo een propaganda gedicht.

Vanaf 1920 gaf Wurmbach als onderwijzer les op een lagere school in Gelsenkirchen. In Gelsenkirchen trouwde hij in juli 1922 met de onderwijzeres Emilie Auguste Katharina Bollens.

In 1924 bekeerde hij zich tot het pacifisme. Hij publiceerde een eerste bijdrage met pacifistische inhoud in het orgaan van de Duitse Vredesvereniging: de Pazifist. Daar verklaarde hij dat hij een familieportret van Ludendorff naar de vuilnisbak had verwezen. Nooit meer zou hij zeggen dat hij ook aanwezig was geweest in de wereldoorlog "toen Lille in brand stond". Hij had gehandeld in een "waanvoorstelling" toen hij "hymnen" had gezongen voor de "Moloch Krieg". Hij wilde "vergeten, vergeten". Wurmbachs heroriëntatie en de daarmee gepaard gaande journalistieke activiteiten leidden tot scherpe veroordelingen door de in de regio heersende politieke en culturele rechtse krachten. De nationalistische Siegener Zeitung merkte op dat hij "alles wat hem tot dan toe hoog en heilig had geleken in de modder sleurde.”

 

In 1924 ontstond opschudding tijdens de viering van het 700-jarig bestaan van de stad Siegen. Wurmbachs geschiedenistoneelstuk “Hermann von Wilnsdorf”, dat in het kader van het feestprogramma zou worden opgevoerd, werd door de kunstcommissie van de stad onder druk van de "vaderlandslievende verenigingen" geannuleerd. De reden hiervoor lag niet in de inhoud van het stuk, maar in de persoon van Wurmbach. En dan vooral in het feit dat hij zich afkeerde van zijn eerdere nationalistisch-militaristische standpunten. Na populair te zijn geweest in patriotische kringen besmeurde hij nu de historisch unieke Duitse daden van de wereldoorlog. In feite was Wurmbach in deze jaren waarschijnlijk een vastberaden tegenstander van de rechtse politeke kant, want nog begin 1933 schreef hij poëtisch:

 "Laat het grote uur niet voorbijgaan!

Wij kiezen voor de vrijheid

Rechts staat de vijand

Laten we hem verslaan!"

Dit kan ook de rechtste kranten niet ontgaan, want in  de Siegener Zeitung en de Siegerländer National-Zeitung, of de naburige Siegerländer Heimatkalender, is er tussen 1923 en 1935 niets van hem te vinden.

Zijn relatie met de Rechts heersende politiek is op zijn minst ambigue te noemen.

In 1933, enkele weken na de machtsovername door de nationaal-socialisten en hun Duitse nationalistische bondgenoten,  verheerlijkt Wurmbach dit feit op een schoolfeest  met een gedicht "De dag van Potsdam". Niettemin werd hij in 1934 gedwongen gepensioneerd, zij het zonder politieke verantwoording en met uitbetaling van zijn pensioen. Vanaf 1938 werden herhaaldelijk pogingen ondernomen - van de kant van de NSDAP, de Gestapo en het NSV - om hem in ere te herstellen.

In 1941 kreeg Wurmbach eindelijk een betrekking in Wadersloh bij Beckum en bereikte hij zijn volledige rehabilitatie. Hij werd voor het leven benoemd.

In ieder geval vanaf 1935 tot in de jaren veertig publiceerde hij regelmatig fictie, voornamelijk in de Siegerländer National-Zeitung, partijkrant van de NSDAP, maar ook in de Siegener Zeitung en de Siegerländer Heimatkalender. Wurmbach schakelde nu vaak over van eindrijm op germaniserende vormen. Dit wordt geïllustreerd door zijn gedicht Deutschland 1939, gepubliceerd ter gelegenheid van het uitbreken van de oorlog en opgenomen in de Siegerländer Heimatkalender naast "Kernsätze" uit de toespraak van Adolf Hitler op 8 november 1939.

 

Bronnen :

Wikipedia