Artikel 75 van het omgevingsvergunningsdecreet stelt dat stedenbouwkundige lasten hun oorsprong vinden in het voordeel dat de begunstigde van de omgevingsvergunning uit die vergunning haalt en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich neemt. De lasten moeten redelijk zijn en in verhouding tot het vergunde project. Ze kunnen worden verwezenlijkt door toedoen van de aanvrager.
Het gemeentebestuur legt in de omgevingsvergunning daarom lasten in natura op bij de realisatie van nieuwe verkavelingen of groepsbouwprojecten. Ze omvatten meestal de aanleg van infrastructuur (wegen, voetpaden, groen, nutsleidingen,....) en de gratis overdracht naar het openbaar domein.
De houder van de omgevingsvergunning waarborgt deze werken bij de Deposito- en consignatiekas.
De gemeente Langemark-Poelkapelle legt daarnaast een financiële op bij de meeste zonevreemde omgevingsvergunningen. Het gaat hierbij om volgende stedenbouwkundige handelingen:
- de afwerkingsregel (4.4.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening);
- de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tot 4.4.20 van de VCRO);
- zonevreemde functiewijzigingen (artikel 4.4.23 van de VCRO);
De financiële last bij zonevreemde omgevingsvergunningen bedraagt 100 tot 500 euro en wordt berekend op basis van de aangevraagde werken en handelingen. De aanvrager van de omgevingsvergunning krijgt hiervoor een factuur van het gemeentebestuur.
Voorwaarden
Voor de toepassing van de verordening inzake lasten wordt verstaan onder:
- bevoegde overheid: de overheid bedoeld in artikel 15 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning;
- bovengrondse nuttige vloeroppervlakte: de vloeroppervlakte zoals gevraagd en gedefinieerd door het omgevingsloket;
- decreet betreffende de omgevingsvergunning: het decreet van 25 april 2024 betreffende de omgevingsvergunning
- handelingen: werkzaamheden, wijzigingen of activiteiten met ruimtelijke implicaties, conform artikel 1.1.2,7° VCRO
- VCRO: de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Deze verordening heeft tot doel om op uniforme wijze de verplichte financiële stedenbouwkundige lasten te verbinden aan zonevreemde aanvragen. Geval per geval kunnen, in toepassing van artikel 75 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, ook lasten in natura opgelegd worden wanneer dit nodig is in het kader van mobiliteit, natuur of een betere waterhuishouding.
De volgende stedenbouwkundige lasten worden bij de toepassing van artikel 3 en volgende van deze verordening buiten beschouwing gelaten:
- lasten die de aanleg of renovatie van infrastructuur, noodzakelijk voor de realisatie van een project, zoals openbare wegen en nutsvoorzieningen, inhouden
- lasten die de kosteloze overdracht van de infrastructuur, vermeld in punt 1° of de gronden waarop die worden of zullen worden aangelegd, inhouden.
De inkomsten van de financiële lasten, verworven op basis van deze verordening, door de gemeente aangewend voor het ruimtelijk beleid van de gemeente.
Procedure
§1. De financiële stedenbouwkundige last wordt betaald binnen een termijn van drie maanden te rekenen van de afgifte van de vergunning, waarvan geen afstand is gedaan.
§2. Indien de beslissing van de bevoegde overheid tot afgifte van de vergunning met een administratief of jurisdictioneel beroep wordt aangevochten, begint de betalingstermijn maar te lopen vanaf de afgifte van de gevraagde vergunning in beroep of vanaf de verwerping van het beroep door de Raad voor Vergunningsbetwistingen of door de Raad van State.
§3. De vergunningsbeslissing vermeldt uitdrukkelijk het totaalbedrag van de financiële stedenbouwkundige last, de inhoud van de vorige paragrafen over de betalingstermijn en de betalingsmodaliteiten (naam rekeninghouder, rekeningnummer, te hanteren (gestructureerde) mededeling). Als de vergunning wordt verleend door de deputatie of de Vlaamse Regering, deelt de gemeente deze gegevens mee aan deze overheid.
§4. De betaalde last is terugvorderbaar in de volgende gevallen:
- Als later dan 3 maanden na de afgifte toch nog afstand gedaan wordt van de vergunning zonder dat de werken begonnen zijn of de functiewijziging gerealiseerd werd;
- Bij het definitieve verval van de vergunning zonder dat de werken begonnen zijn of de functiewijziging gerealiseerd werd;
- Als de vergunning gedeeltelijk uitgevoerd werd. In dit geval wordt de last berekend voor de uitgevoerde werken en functiewijzigingen en is het eventueel te veel betaalde bedrag terugvorderbaar.
De houder van de vergunning vordert in bovenstaande gevallen de last of het saldo van de last terug via een beveiligde zending met vermelding van het rekeningnummer waarop het bedrag moet gestort worden. De gemeente onderzoekt de aanvraag en gaat binnen de 3 maand over tot de terugbetaling van het te veel betaalde bedrag.
Invordering
Als de vergunninghouder de financiële stedenbouwkundige last niet tijdig betaalt overeenkomstig artikel 5, en start met de uitvoering van de omgevingsvergunning, gaat de gemeente over tot invordering daarvan aan de hand van de uitvaarding van een dwangbevel met toepassing van artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Financiële waarborg ingeval van last in natura
§1. Overeenkomstig artikel 77 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning wordt de verplichte financiële waarborg bij lasten in natura geregeld.
De waarborg moet gesteld worden binnen een termijn van 3 maanden te rekenen van de afgifte van de vergunning, waarvan geen afstand is gedaan.
§2. Indien de beslissing van de bevoegde overheid tot afgifte van de vergunning met een administratief of jurisdictioneel beroep wordt aangevochten, begint de betalingstermijn maar te lopen vanaf de afgifte van de gevraagde vergunning in beroep of vanaf de verwerping van het beroep door de Raad voor Vergunningsbetwistingen of door de Raad van State.
§3. De vergunningsbeslissing vermeldt uitdrukkelijk het totaalbedrag van de waarborg, de inhoud van de vorige paragrafen over de betalingstermijn en de betalingsmodaliteiten. Als de vergunning wordt verleend door de deputatie of de Vlaamse Regering, deelt de gemeente deze gegevens mee aan deze overheid.
Verval van de vergunning
Het niet uitvoeren van de last kan leiden tot het verval van de vergunning overeenkomstig de artikelen 99 en 102 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Kostprijs
§1. Overeenkomstig artikel 75, §1, tweede lid, van het decreet betreffende de omgevingsvergunning neemt de bevoegde overheid volgende lasten op bij een omgevingsvergunning:
- de lasten in natura die de gemeenteraad heeft opgelegd bij de beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg, vermeld in artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning;
- de lasten in natura met het oog op de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod als voldaan is aan de uitsluitende voorwaarde, vermeld in artikel 5.100 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
- de lasten in natura die de gemeenteraad met toepassing van artikel 5.6.11, §4, van de VCRO heeft opgelegd bij de volledige of gedeeltelijke vrijgave van een woonreservegebied
- de financiële lasten bij toepassing van de volgende afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4, van de VCRO:
a) de afwerkingsregel conform artikel 4.4.3. van de VCRO
b) de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tot 4.4.20 van de VCRO
c) de zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van de VCRO.
§2. De financiële lasten, op te leggen met toepassing van paragraaf 1, 4°, bedragen:
- 500 euro per toepassing van de afwerkingsregel conform artikel 4.4.3 van de VCRO voor de bouw van een nieuwe woning;
- 500 euro voor het herbouwen van een zonevreemd gebouw of van een zonevreemde woning, conform de artikelen 4.4.13, 4.4.14, 4.4.17, 4.4.18 en 4.4.20 van de VCRO;
- 10 euro/m², met een minimum van 100 euro en een maximum van 500 euro, voor elke netto bijkomende vierkante meter bruto bebouwde oppervlakte bij het uitbreiden van een zonevreemd gebouw of van een zonevreemde woning, conform de artikelen 4.4.15en 4.4.19 van de VCRO;
- 100 euro voor het verbouwen van een zonevreemd gebouw of van een zonevreemde woning, conform de artikelen 4.4.12 en 4.4.16 van de VCRO
- 10 euro per vierkante meter bovengrondse nuttige vloeroppervlakte, met een minimum van 100 euro en een maximum van 500 euro, die van functie wijzigt, in toepassing van de zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van de VCRO.
Bovenstaande lasten kunnen gecombineerd worden. De maximale last die in een omgevingsvergunning kan opgelegd worden, is echter beperkt tot 500 euro.
Uitzonderingen
VERMINDERING VAN FINANCIËLE LAST IN GEVAL VAN AANVULLENDE LAST IN NATURA
§1. Ingeval van een aanvullende last in natura staat de bevoegde overheid een volledige of gedeeltelijke vermindering van de financiële last zoals berekend in artikel 2, §2. Dit kan wanneer de aanvrager door kosteloze grondafstand zoals bepaald in artikel 75, §3, 3° van het Omgevingsvergunningsdecreet, al een inspanning levert om een project te realiseren dat positieve gevolgen heeft voor de gemeente of de gemeenschap zodat de combinatie daarvan met een financiële last een onevenredig zware last zou meebrengen voor de aanvrager in vergelijking met de voordelen die deze haalt uit het aangevraagde project.
Het bedrag van de financiële last zoals berekend in artikel 2, §2 wordt in dit geval verminderd met de schattingswaarde van de afgestane grond. Ingeval de schattingswaarde groter is dan de op te leggen financiële last, komt de financiële last te vervallen.
§2. Een aanvrager kan in zijn aanvraag een gratis grondafstand voorstellen. De vergunningverlenende overheid motiveert in de beslissing waarom wel, gedeeltelijk of niet op dit voorstel wordt ingegaan.
Regelgeving
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake lasten van 17 februari 2025.