Geschiedenis

Langemark-Poelkapelle heeft tijdens de Eerste Wereldoorlog heel wat te lijden gehad. Het lag vier jaar lang pal op de frontlijn en werd dan ook totaal van de kaart geveegd. Tijdens de Eerste Slag om Ieper in oktober-november 1914 ontstond in Duitsland de Langemarck-mythe na foutieve berichtgeving over heldhaftige gevechten van jonge vrijwilligers en studenten. De gevechten hadden eerder plaatsgevonden in Bikschote, maar Langemark werd gekozen omdat dit meer Duits klonk. De naam "Studentenfriedhof" voor de Duitse Militaire begraafplaats in Langemark-Poelkapelle vindt daar zijn oorsprong.  Op 22 april 1915, bij de tweede slag om Ieper, werd tussen Poelkapelle en Bikschote, voor het eerst in de wereldgeschiedenis op grote schaal een chemische aanval uitgevoerd. De Duitsers gebruikten chloorgas dat met de wind mee dreef in de richting van de geallieerde troepen. Franse Territoriale en Canadese troepen kwamen voor het eerste in aanraking met dit massavernietigingswapen, maar konden in de dagen nadien de schade op het terrein beperken. 'The Brooding Soldier' in Sint-Juliaan is hier een blijvend gedenkteken van. Bij de derde slag om Ieper, die op 31 juli 1917 van start ging, vormde Langemark-Poelkapelle opnieuw voor een groot deel het decor. Voorafgaandelijk aan de slag werd de dorpen onophoudelijk bestookt met granaten waardoor ze volledig van de kaart werden geveegd. Wat overbleef was een landschap van kraters gevuld met water en schroot. 100 dagen later bereikten de geallieerden Passendale.  In die derde slag verdween de Franse piloot Georges Guynemer boven Poelkapelle en strandden de Tanks' één voor één in hun strijd tussen Sint-Juliaan en Poelkapelle.  Het eindoffensief op 28 september 1918 van de Belgische troepen ging voor een groot stuk van start op het grondgebied van Langemark.