Overlevingspensioen

Voor de aanvraag van je overlevingspensioen neem je telefonisch of per mail contact op.

Het overlevingspensioen is het recht dat weduwen of weduwnaars hebben op het pensioen van hun overleden echtgenoot of echtgenote.

Voorwaarden

Je hebt recht op een overlevingspensioen als:

  • je een bepaalde leeftijd hebt. Deze leeftijd wordt opgetrokken tot 50 jaar in 2025.
  • het huwelijk minstens één jaar geduurd heeft (of de periode van wettelijke samenwoonst + het huwelijk) op het ogenblik van overlijden, behalve:
    • als er een kind ten laste was waarvoor een van de echtgenoten kinderbijslag ontving
    • als er een kind geboren is uit dit huwelijk
    • als het overlijden het gevolg is van een ongeval of een beroepsziekte.
  • je bepaalde inkomensgrenzen niet overschrijdt (behalve in het geval van een overgangsuitkering).

Wie op het ogenblik van het overlijden van de huwelijkspartner niet voldoet aan de leeftijdsvoorwaarden om een overlevingspensioen te krijgen, kan recht hebben op een overgangsuitkering .

Voor de uitbetaling van het overlevingspensioen zal je dan moeten wachten tot je van een eigen rustpensioen geniet.

Het recht op een overlevingspensioen vervalt wanneer:

  • je hertrouwt
  • jouw beroepsinkomsten bepaalde grenzen overschrijden.

Procedure

De procedure hangt af van het pensioenstelsel waaronder de overledene viel.

Niet-ambtenaren

Om een overlevingspensioen te krijgen, moet je een aanvraag indienen bij jouw gemeentebestuur, bij de bevoegde pensioeninstelling of online bij Pensioenaanvraag.

De aanvraag hiervoor moet binnen de 12 maanden na het overlijden worden ingediend

Ambtenaren

Indien jouw echtgenoot of echtgenote overleden is in actieve dienst, dan vraag je het overlevingspensioen aan via de laatste werkgever in de overheidssector of rechtstreeks via de Federale Pensioensdienst (FPD).

Indien jouw echtgenoot of echtgenote al gepensioneerd was en het rustpensioen beheerd werd door de Federale Pensioensdienst (FPD), dan wordt het dossier van het overlevingspensioen op naam van de langstlevende echtgenoot geopend.

Wat meebrengen

  • Identiteitskaart met pincode