Overlijden in het buitenland

Als een Belg in het buitenland overlijdt dan moeten de volgende instanties in het betreffende land verwittigd worden:

  • de lokale overheid
  • de Belgische ambassade of het Belgische consulaat.

Voorwaarden

Een buitenlandse overlijdensakte moet aan enkele voorwaarden voldoen om in België erkend te worden:

  • De buitenlandse akte van de burgerlijke stand moet opgesteld zijn door de buitenlandse bevoegde autoriteit. Ze moet ook de vorm hebben die in dat land gebruikelijk is.
  • Buitenlandse akten moeten gelegaliseerd zijn. Bij het legaliseren van een document bevestigt een ambtenaar de echtheid van een handtekening op dat document.
  • Akten die in een vreemde taal opgesteld zijn, moeten door een beëdigde vertaler vertaald worden in Nederlands.
  • De handtekening van een buitenlandse beëdigde vertaler moet ook gelegaliseerd worden.

In België kan je de lijst van de beëdigde vertalers krijgen op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg.

Procedure

De lokale overheid zal de overlijdensakte opmaken. Als dit niet mogelijk is, zal de Belgische ambassade of het Belgische consulaat de akte opmaken.

Indien nog niet gebeurd, laat je de buitenlandse overlijdensakte best opnemen in de DABS (Databank Akten Burgerlijke Stand). Dat is niet verplicht, maar het is gemakkelijker om nadien uittreksels of afschriften van die akte op te vragen. Voor niet-Belgen bestaat de mogelijkheid tot het opnemen van een akte in de DABS niet.

Wat meebrengen

Voor een niet-Belg of voor een Belg wanneer je een melding in het bevolkingsregister voldoende vindt

  • een uittreksel van de overlijdensakte, voorzien van de nodige legalisatie en vertaling ervan naar het Nederlands.

Voor een Belg wanneer je de akte wil laten opnemen in de DABS (Databank Akten Burgerlijke Stand)

  • een volledig eensluidend afschrift van de buitenlandse overlijdensakte voorzien van de nodige legalisatie en vertaling ervan naar het Nederlands.

In beide gevallen

  • de identiteitskaart of verblijfskaart van de overledene
  • eventueel het rijbewijs van de overledene
  • eventueel het Belgisch paspoort van de overledene
  • het trouwboekje van de overledene als hij of zij gehuwd was en als het beschikbaar is.