Een omgevingsvergunning voor de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten geeft het recht om op een bepaald perceel een of meer activiteiten uit te oefenen, met inachtneming van een aantal voorwaarden.
De regelgeving maakt een onderscheid tussen 3 klassen van inrichtingen, afhankelijk van de graad van mogelijke hinder die de inrichting voor de buurt en het milieu kan veroorzaken. De hoogste van toepassing zijnde klasse telt als klasse voor de gehele inrichting.
De omgevingsvergunning moet aangevraagd worden bij het provinciebestuur voor klasse 1, bij het college van burgemeester en schepenen voor klasse 2. Voor klasse 3 inrichtingen volstaat een melding bij het college van burgemeester en schepenen.
Voorwaarden
Ga eerst na tot welke klasse je bedrijf behoort. De indeling in klassen is gebaseerd op de aard en de belangrijkheid van de milieu-effecten.
- klasse 1 betekent de meest hinderlijke activiteit.
- klasse 2: minder hinderlijke activiteit.
- klasse 3: de minst hinderlijke activiteit.
De Vlarem-wegwijzer helpt u om de klasse van uw bedrijf te bepalen. Je komt ook te weten of je een vergunning of een melding nodig hebt, en zo ja, welke vergunning en waarvoor. Hier kan je ook de Vlarem-rubriekenlijst raadplegen.
Afhankelijk van de klasse, heb je een andere omgevingsvergunning nodig:
- Voor klasse 1 en 2 is een vergunning nodig.
- Voor klasse 3 geldt alleen meldingsplicht.
Procedure
Een omgevingsvergunning voor de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten wordt online aangevraagd via het omgevingsloket.
Regelgeving
Op het omgevingsloket vind je een overzicht van de wetgeving over de omgevingsvergunning.